Straight to content

Ons pensioenstelsel moet veel flexibeler, het verstrekt nu aanrechtsubsidie

Het Nederlandse pensioenstelsel is vanuit gezondheidsoptiek helemaal niet zo goed als we denken. Het zet mensen van de ene op de andere dag achter de geraniums, terwijl een actief en werkzaam leven veel beter is voor de mentale en fysieke gezondheid van ouderen.

Dat zegt verouderingsexpert en bijzonder hoogleraar ‘Vitaliteit in een verouderende populatie’ David van Bodegom in reactie op de documentaire Your 100-year life die onlangs in première ging. De documentaire laat op indringende wijze zien dat pensioenstelsels wereldwijd, ook in de rijke landen, op instorten staan. Anderzijds brengt deze productie van Cardano-oprichter Theo Kocken in beeld dat ouderen die – al dan niet noodgedwongen – tot op hoge leeftijd doorwerken, gezonder en gelukkiger kunnen zijn dan mensen met een royale pensioenvoorziening.

Ons pensioensysteem is een aanrechtsubsidie

“Het is een film met een dubbele boodschap”, zegt Van Bodegom. “Er is zeker internationaal gezien veel armoede onder ouderen, maar als dat ervoor zorgt dat ze blijven werken is dat aan de andere kant ook goed voor ze. Door te werken blijven ze gezond en gelukkig. Dat is dus goed voor iedereen, dan blijf je je lichaam fysiek onderhouden en de interacties met anderen zijn mentaal goed voor je. De documentaire laat bijvoorbeeld ouderen in Japan zien die in Silver Centers tot op zeer hoge leeftijd met veel plezier doorwerken. Of je ziet de trots en voldoening van een oudere om nog te werken in een Japanse autofabriek. Dat is een echte eyeopener, dat is toch anders dan wanneer je erover leest. Je moet ouderen dus wel in staat stellen om te blijven werken en dat doen we in Nederland dus niet. Ons goede pensioensysteem zet ouderen achter de geraniums, het is een soort aanrechtsubsidie.”

We worden per saldo niet gezonder

De consequentie daarvan is volgens Van Bodegom dat we weliswaar steeds ouder worden, maar per saldo niet gezonder. “Meer dan een miljoen mensen in Nederland hebben ouderdomssuiker. Steeds meer mensen krijgen leefstijlgerelateerde ziekten als hart- en vaatziekten en type 2-diabetes. Daarmee gaan veel gezonde jaren verloren. We zouden veel gezonder kunnen zijn als we pensionering flexibeler maken. Ik heb bijvoorbeeld onderzoek gedaan onder ouderen in Ghana en daar zie je dergelijke verouderingsziekten helemaal niet. Die blijven fit doordat ze werken, inderdaad vaak noodgedwongen omdat er nauwelijks een pensioenstelsel is.”

Vakantie is leuk omdat je werk hebt

De kiem voor die ouderdomskwalen wordt al voor de pensionering gelegd, ziet Van Bodegom. “Je carrière begint al op school, dan werk je veertig jaar met steeds meer verantwoordelijkheden en dan zit je van de ene op andere dag thuis als gepensioneerd. Als je dat meer uit zou kunnen smeren heb je al in je werkende leven meer tijd voor beweging en ontspanning. Dan kun je na je pensionering bijvoorbeeld nog twee dagen in de week blijven werken. Dan houd je je sociale contacten en het gevoel dat je nuttig bent. Een flexibeler pensioenstelsel is beter voor onze gezondheid. Vergelijk het maar met vakantie, dat is leuk omdat je werk hebt. Maar de enige manier om die flexibiliteit te realiseren is nu voor jezelf beginnen als zzp’er, of je nu loodgieter bent of hoogopgeleide onderzoeker.”

Pensioenleeftijd verhogen naar 100 jaar

Een mogelijkheid voor meer flexibiliteit is de pensioenleeftijd verhogen naar bijvoorbeeld honderd jaar. “Of je zou een basisinkomen kunnen invoeren, een soort AOW vanaf je achttiende. Dan is er geen psychologische grens van een pensioenleeftijd. Onderzoek leert dat mensen ook als ze een basisinkomen krijgen wel degelijk blijven werken. Het nieuwe pensioenstelsel spreekt ook al wel over meer flexibiliteit, al is dat meer op het economische vlak. De pensioenwereld spreekt sowieso een andere taal, zo hebben ze het over het afdekken van langlevenrisico. Dat staat toch wel haaks op hoe ik als arts naar langer leven en gezondheid kijk.”

Liever nu iets fijns dan over tien jaar

Toch ziet Van Bodegom ook op gezondheidsgebied steeds meer urgentie. “Dat moet ook wel, nu is bijvoorbeeld de helft van Nederland te dik en dat wordt snel twee derde. Er zijn tal van initiatieven zoals het sectorbrede Preventieakkoord of de Gecombineerde Leefstijlinterventie via de huisarts met leefstijlcoaches, de Vereniging Arts en Leefstijl of de Stichting Student en Leefstijl. We weten het wel als we ongezond leven, maar het lukt toch maar moeilijk om dat om te buigen. Dat komt door ons korte-termijnbrein. We doen liever iets wat nu fijn is dan iets wat over tien jaar fijn is. Of het nu gaat om sparen voor je pensioen of sparen voor je gezondheid. We identificeren ons nu eenmaal niet met onze toekomstige zelf. Mannen stoppen pas met roken als ze een hartinfarct hebben gehad of als ze impotent worden. Ook collectief grijpen we te laat in, of het nu om een gascrisis, een klimaatcrisis of een pensioencrisis gaat.”

Ouderen zijn niet alleen kostenpost

De documentaire laat ook andere manieren van samenleven zien, in de vorm van communities in bijvoorbeeld de VS waar ouderen oog voor elkaar hebben en taken op zich nemen voor het collectief, zoals koken en onderhoud. “Die zie je ook steeds meer in Nederland ontstaan, zoals de zogenoemde Knarrenhofjes met een gezamenlijke binnentuin en gezamenlijke logeerkamers. In Zweden heb je ook dergelijke initiatieven in huurappartementen met een kookploeg, een tuinploeg, een gezamenlijke bibliotheek en zo meer. Dat is bijvoorbeeld een uitkomst als je partner is overleden. De mensen helpen elkaar, dat bespaart op ziektekosten en helpt tegen het personeelstekort. Ouderen worden nu ten onrechte vaak als een kostenpost gezien, die beslag leggen op AOW en zorg. Maar ze zorgen ook voor baten doordat ze veel mantelzorg onderling doen, of vrijwilligerswerk. Omdat we dat niet betalen zien we dat niet terug in de economische cijfers.”